Meer dan 500 schapenboerderijen in Nederland vechten momenteel tegen een uitbraak van het blauwtongvirus. Deze sterke toename van het aantal gevallen heeft geleid tot toenemende bezorgdheid over de effectiviteit van de twee vaccins die gebruikt worden om de ziekte te bestrijden.
In april versnelde toenmalig minister van Landbouw Piet Adema het gebruik van nieuwe vaccins als reactie op een stijging van het aantal gevallen van blauwtong. Ondanks een aanzienlijke vaccinatiecampagne is het aantal besmette boerderijen volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) echter gestegen van 94 vorige week tot meer dan 500 begin deze week.
Vaccineffectiviteit in twijfel getrokken
De meeste getroffen bedrijven liggen in de provincies Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Het blauwtongvirus werd begin september vorig jaar voor het eerst ontdekt op vier Nederlandse schapenboerderijen, wat de eerste uitbraak in het land was sinds 2009. Na een relatief rustige winter met minder gerapporteerde gevallen, dook het virus in juni weer op, wat leidde tot een nieuwe golf van besmettingen.
De snelle verspreiding heeft vragen opgeroepen over de effectiviteit van de vaccins. Het Centrum voor Geneesmiddelenbeoordeling en Productevaluatie (CBG) heeft er bij boeren op aangedrongen om gevallen van bluetongue bij gevaccineerde schapen te melden. Het blijft onduidelijk of de vaccins niet effectief zijn of dat hun effectiviteit na verloop van tijd afneemt.
Oproepen tot onderzoek
Landbouwminister Femke Wiersma heeft om een uitgebreid onderzoek gevraagd naar de ontwikkeling van de ziekte bij gevaccineerd vee. “Er is veel onduidelijk over hoe de ziekte zich ontwikkelt als er meerdere vaccins worden gebruikt,” vertelde een woordvoerder van het GD-laboratorium, dat het onderzoek uitvoert, aan het AD (Algemeen Dagblad).
De Nederlandse Boeren Organisatie (LTO) heeft verschillende gevallen gemeld van gevaccineerde schapen die aan de ziekte zijn overleden, maar het is nog te vroeg om definitieve conclusies te trekken. Blauwtong wordt overgebracht door besmette muggen en veroorzaakt symptomen zoals hoge koorts, zwelling van de lippen en rode slijmvliezen in de mond en tong. Het virus kan ook geiten, koeien en herten treffen, wat boeren die uitbraken beheren voor grote uitdagingen stelt.